Het digitale hart van Oosterweel

27/09/2023

Het digitale hart van Oosterweel

“Als je enkel vertrouwt op wat er vandaag geweten is, zal je nooit het maximale potentieel bereiken.”
 

Terwijl de tunnelwerken voor de Oosterweelverbinding volop gestart zijn, wordt er achter de schermen gewerkt aan de digitale architectuur van het tunnelcomplex. Oosterweel is dan ook meer dan een civiele constructie uitgerust met technische installaties. Heel wat digitale bouwstenen moeten in elkaar passen om van de Oosterweelverbinding een toekomstgericht project te maken.  Hoe? Dat vertelt Filip Slagmulder,  hoofd Technology, Quality, Innovation & Asset Management bij Lantis. 

Digitale technologie in de stad is geen ver toekomstbeeld meer. Het Smart City-concept, waarbij allerlei data worden ingeschakeld om het leven in de stad vlotter en leefbaarder te maken, heeft al in heel wat wereldsteden ingang gevonden. Ook in Antwerpen wordt er al even getimmerd aan meer digitale knowhow. Met de komst van de Oosterweelverbinding tillen we die technologische mogelijkheden voor de Antwerpse regio naar een hoger niveau, via smart infrastructure, oftewel ‘slimme infrastructuur’. Filip: “We willen van de Oosterweelverbinding meer maken dan een bouwwerk onder de grond. Het tunnelcomplex zelf is de hardware, om het zo te zeggen. Maar daarachter komt er ook heel wat ‘intelligentie’ die ervoor zorgt dat de infrastructuur maximaal rendeert. Die software vormt het kloppend hart van het hele systeem en dankzij smart infrastructure brengen we er leven in. Dat met integreerbaarheid en aanpasbaarheid in het achterhoofd.” 

Wat maakt die infrastructuur 'smart'?
 

Filip: “Met ‘smart’ bedoelen we de beslissingen die verder vloeien uit de verzamelde data die we verwerken en analyseren, waarbij ook artificiële intelligentie bepaalde interpretaties kan uitvoeren. Zo kunnen we veel processen, die anders manueel worden uitgevoerd, automatisch laten gebeuren. Er kan op die manier ook met veel meer informatie rekening gehouden worden waardoor we sneller en nauwkeuriger kunnen reageren.”

Wat bedoel je met 'integreerbaarheid'?
 

Filip: “Dat betekent dat dit geen bouwwerk is dat op zichzelf staat. Het maakt deel uit van de gehele Antwerpse leefwereld en het mobiliteitsgebeuren. Daarom moet het kunnen voldoen aan de noden van die omgeving. De Ring wordt rond en we willen ervoor zorgen dat de verkeerssituatie in de nieuwe Scheldetunnel bijvoorbeeld afgestemd is op die van de Kennedytunnel en Liefkenshoektunnel. Want een incident in de Scheldetunnel kan invloed hebben op wat er op het knooppunt Antwerpen-West gebeurt. Maar de moeilijkheid is natuurlijk dat we vandaag werken aan een project dat we pas binnen een kleine tien jaar in gebruik zullen nemen.”

Dat betekent dat jullie rekening moeten houden met zaken die vandaag nog niet bestaan?
 

Filip: “Klopt. De wereld evolueert enorm snel. In zes maanden tijd kan er technologisch al heel wat veranderen. Wat gaat dat over tien jaar niet zijn? Zo las ik onlangs een artikel waarin stond dat Zweden al experimenteert met een stuk snelweg dat de batterij van je wagen vanzelf oplaadt. Dat is nu een extreem voorbeeld, maar bij autonoom rijden is de vraag niet of het er komt, maar wel wanneer.

En de eerste plek waar dat mogelijk zal zijn, is een tunneltracé. Waarom? Omdat het een heel gecontroleerde omgeving is. Vandaag gaan we de sensoren die dat mogelijk maken niet kunnen voorzien, maar we moeten er wel voor zorgen dat het in het IT-platform geïntegreerd kan worden. Want het systeem voor elke aanvulling telkens opnieuw bouwen is geen optie. Dan swingen de aanpassingskosten de pan uit. Flexibiliteit en schaalbaarheid voorzien, betekent dus kiezen voor een  IT-architectuur die zo modulair mogelijk is zodat het systeem niet voorbijgestreefd raakt.”

Innovatie
 

Filip: “Smart infrastructure gebruiken we niet om gewoon ‘slim’ te doen, maar wel om maximale meerwaarde te creëren voor de omgeving en de gebruikers. We willen steeds kort op de bal spelen en niet wachten tot de Ring weer vol staat. Een voorbeeld? Normaal gezien wordt een tunnel periodiek gesloten voor onderhoud en inspecties, en dat zorgt voor hinder. Dankzij smart infrastructure kunnen we er echter voor zorgen dat de tunnel minder frequent dicht moet, zelfs tijdens bepaalde inspecties.”

Hoe gebeurt dat dan?
 

Filip: “Dat onderzoeken we nu, onder meer door ons bij de uit te voeren taken af te te vragen of het anders kan. Zo lopen er bijvoorbeeld tests met drones die in onze leidingkokers vliegen om zo een digitale weergave van het complex te creëren. Op die manier gaan we hopelijk kunnen detecteren of er haarscheurtjes zijn en de status ervan opvolgen zonder dat we ter plekke een manuele inspectie moeten uitvoeren. Het idee is om het systeem op die manier slimmer te maken, en ervoor te zorgen dat het sneller beslissingen kan nemen dan een persoon. Met allerlei camera’s op dergelijke transportmiddelen gaan we bovendien enorm veel data kunnen genereren over de toestand van de infrastructuur, want de mogelijkheden met beeldtechnologie stijgen enorm.”

Zijn er nog innovaties?
 

Filip: “Onlangs zijn we ook gestart aan de ontwikkeling van een virtuele omgeving waarin al die data samen zullen komen. Een digital twin, waarbij we een complete, digitale reproductie hebben van wat er zich daarbuiten zal afspelen. Dit helpt enorm bij het inzichtelijk maken van allerlei beschikbare informatie. Die digital twin zorgt zo ook mee voor de opvolging van gebeurtenissen door geautomatiseerde interpretatie van data.”

Hoe wordt er data verzameld?
 

Filip: “Via het Lantis-dataplatform, dat vandaag vooral gericht is op data voor de ondersteuning van de bouwfase. Dit platform hebben we van nul uitgebouwd zodat we op een krachtige manier data met elkaar kunnen combineren in functie van de vragen en de noden van verschillende diensten. De uitdaging is om op een gedoseerde manier data te verzamelen, want het opslaan ervan kost natuurlijk ook geld. Maar die data zijn wel enorm waardevol. Het idee dat je ze zal kunnen combineren en correleren is fascinerend, ook al heb je niet op ieder moment meteen concrete problematieken voor ogen.”

Klaar voor de Toekomst


Is deze manier van werken nieuw  voor Vlaanderen?
 

Filip: “Zeker binnen deze context. Er zijn dan ook weinig partijen die vandaag zonder voorgeschiedenis een tunnel zoals deze bouwen. En een bestaande tunnel ombouwen volgens de ideeën die wij voor ogen hebben, gaat financieel bijna niet. Daarom moeten we dit momentum grijpen en ervoor zorgen dat het goed gebeurt.”

Zijn er voorbeelden waar jullie  naar kijken?


Filip: “Er is veel bestaande expertise, zeker wanneer je buiten de grenzen van Vlaanderen kijkt. Maar de technologische architecturen zijn altijd binnen de tijdgeest van dat moment gebouwd. Daar proberen wij net vanaf te stappen. Eigenlijk moet je ervan uitgaan dat je geen kopie kan maken. Integendeel! Het is geen goed idee om zomaar een kopie te maken (lacht). Als je enkel vertrouwt op wat er vandaag geweten is, dan zal je nooit het maximale uit dit project kunnen halen. Daarom moeten we out of the box denken en disruptieve keuzes durven maken. We moeten ambitieus zijn en ervoor zorgen dat we het eindresultaat het nieuwe decennium in krijgen.”

Op basis waarvan nemen jullie dan  wel beslissingen?


Filip: “Vooruitkijken doe je niet door achter je bureau te blijven zitten. Dat doe je door ogen en oren open te houden. Dit project is een groot traject dat we moeten afleggen en Lantis blijft een ‘klein bedrijf ’ op dat vlak. Onze IT-afdeling heeft niet de kracht om alles zelf uit te zoeken en te verwezenlijken. Daarom moeten we op zoek naar partners die ons helpen dit traject stap voor stap uit te stippelen.”

“Inspiratie en ideeën vinden, doen we onder meer via The Beacon waarvan Lantis een stichtende partner is, samen met onder andere Port of Antwerp-Bruges, Universiteit Antwerpen en Stad Antwerpen. In deze innovation community komen techbedrijven en startups samen om zich verder te ontwikkelen. Het is de bedoeling om deze community de komende jaren nog meer te betrekken bij ons werk. We staan open voor input, kennis en begeleiding en willen nog meer gebruik maken van zulke samenwerkingen.”

Maatschappelijke Meerwaarde
 

Is dit een keerpunt voor de manier waarop bouwwerken worden aangepakt?


Filip: “Ik denk dat we hier een keerpunt van moeten maken. De Oosterweelverbinding is een bouwwerk dat minstens 100 jaar moet meegaan. En dat vraagt om slimme keuzes. Dat moet je niet alleen doen op basis van de best practices van de afgelopen decennia, maar ook door in te haken op de concepten die zich vandaag aan het ontwikkelen zijn. Want de bedoeling is een toekomstgericht bouwwerk creëren, geen van het verleden.”

“In de bouwsector is die manier van denken  nog niet altijd top of mind. Men is heel erg gefocust op het bouwkundige, maar de omkadering rond maatschappelijke inpassing is soms nog onvoldoende. Dat is niet ongewoon natuurlijk, gezien de technische uitdagingen en de daaraan verbonden risico’s. Maar wij willen tegelijk ook uit dat kader treden. Wij stellen ons de vraag: hoe kunnen we aan de hand van Oosterweel een maximale impact hebben op leefbaarheid en mobiliteit? Daarvoor moeten we verder denken dan een traditionele bouwheer en het bouwwerk zelf in verbinding brengen met haar toekomstige gebruikers.”

Ook interesse in een job bij Lantis? Check onze vacatures